Verwarm de oven voor op 180C

Meng voor het deeg het meel met het zout in een grote kom.

Wrijf met de vingertoppen de koude boter door het meel tot een kruimelig mengsel.

Meng de suiker, het eimengsel (hou 1 el achter) en de citroenrasp door het deeg en kneed alles tot een samenhangend deeg. Maak er een bal van, dek af met plasticfolie en zet het deeg weg bij een temperatuur van 16-17 C (hier in ecuador onmogelijk, dus ik heb het in de koelkast, bij de buren ;-) , gelegd).

Schil de appels, snij ze in vieren, haal het klokhuis eruit en snij de partjes in kleine blokjes.

Meng deze met de overige ingrediënten van de vulling.

Neem 2/3 van het deeg en druk het plat tot een grote cirkel. Leg de deegcirkel in de springvorm (ca 24cm) en druk hem goed aan. Het deeg moet de bodem bekleden en de rand voor ca 3 cm hoog.

Roer het appelmengsel even goed door en vul de taart ermee. Druk stevig aan.

Maak met de rest van het deeg rolletjes waarmee je op de appeltaart een vlechtpatroon maakt.

Bestrijk de rolletjes met het resterende losgeklopte ei.

Bak de appeltaart in de voorverwarmde oven 20 minuten op 180C en daarna nog 40-50 minuten op 160C

Laat de appeltaart het bakken nog 10 min in de vorm zitten, maak dan de zijkanten voorzichtig los en laat hem verder afkoelen op een rooster. Je kunt de appeltaart gewoon op de bodem van de springvorm laten, dan breekt hij niet.