Zet een schoteltje in de vriezer of koelkast zodat deze goed koud kan worden en je later de dikte van de jam kunt controleren. Maak de jampotten en deksels goed schoon. (lees hier hoe je ze steriliseert).

Spoel de abrikozen af onder koud water. Dep ze droog met een stuk keukenpapier of schone theedoek. Snij de abrikoos rondom de pit doormidden. Draai de 2 helften van elkaar af en verwijder de pit. Snij de 2 helften in kleinere stukken. Doe de abrikozenstukjes vervolgens met een bodempje water (50 ml) in een kookpan. Laat de abrikozen rustig pruttelen totdat ze zacht zijn (duurt ongeveer 10 minuten). Houd het deksel op de pan en roer af en toe.

Weeg de geleisuiker af en pers de citroen uit.

Plet de abrikozen met een (puree)stamper fijn en voeg het citroensap toe. Roer goed door en zodra de abrikozen koken voeg je de geleisuiker geleidelijk toe. Roer de geleisuiker er goed doorheen en breng het aan de kook. Laat de jam 4 minuten koken. De kooktijd gaat in op het moment dat de gehele massa borrelt en blijft borrelen, ook als je roert.

Controleer de dikte van de jam op het koude schoteltje. Als het stolt is het goed, is het nog te dun dan kook je de jam nog wat langer.

Stop met koken, verwijder het schuim en vul de gesteriliseerde potten tot net onder de rand met de abrikozenjam. Gebruik eventueel een jamtrechter om knoeien te voorkomen. Maak igg de randen goed schoon voordat je de deksels op de potten draait. Laat de potten rustig afkoelen.