Maak als eerste de bodem. Maal in de keukenmachine de tarwebiscuitjes heel fijn (met een deegroller de koekjes fijnslaan kan ook) en verdeel dit koekjesmeel met de muesli en grofgehakte pistachenootjes.
Smelt de boter en meng dit goed door het koekjesmengsel zodat je een mengsel krijgt met de structuur van nat zand.
Doe het koekjesmengsel in een taartring of springvorm en druk dit goed aan. Zorg dat de bodem overal ongeveer even dik is. Zet in de koelkast om op te stijven.
Doe de slagroom in de kom van de mixer.
Schraap de vanille uit het stokje (doe niet weg, dat gebruik je bij de rabarberlaag) en doe dat bij de slagroom.
Mix de slagroom met de vanille en de suiker lobbig, tot yohurtdikte.
Verhit de gelatine met aanhangend water en een paar lepels yoghurt totdat de gelatine volledig is opgelost. Laat iets afkoelen en spatel het dan door de rest van de yoghurt.
Spatel de yoghurt door de slagroom en vul de taartvorm met de yoghurtvulling.
Laat opstijven in de koelkast.
Snij de rabarberstelen minstens zo groot af zodat ze de hele lengte van de bakvorm kunnen bedekken. Kook ze in het water, de limonade en het uitgeschraapte vanillestokje. Kook op heel laag vuur, de rabarber is snel klaar. Hij moet gaar zijn maar niet uitelkaar vallen.
Haal de rababer voorzichtig uit de pan (beste gaat met twee vorken) en leg ze op een bakplaat of stuk bakpapier om af te koelen.
Meet het overgebleven vocht af en los per 100 ml 1 blaadje gelatine erin op. Laat langzaam afkoelen.
Zodra de yoghurtlaag is opgesteven kun je de rabarber mooi over de lengte van de taart leggen. Bedek de hele bovenlaag met stukken rabarber die je mooi dicht tegen elkaar aan legt.
Schenk de afgekoelde maar nog niet opgesteven gelei voorzichtig over de taart en zet de yoghurttaart weer terug in de koelkast om volledig op te stijven. Dit duurt minstens 3-4 uur, maar beter is een hele nacht.
Decoreer met frambozen, pistachenootjes en bv stukjes meringue.