Appelflappen

4.5 uit 2 beoordelingen

10 stuks

Verwarm de oven voor op 210C.
Schil de appels en snij ze en kleine stukjes.
Leg een vel bakpapier op de bakplaat.
Doe een dikke laag kristalsuiker in een bord.
Rol het bladerdeeg uit tot een lap en snij er ca 10 vierkante stukken uit van ca 12x12 cm. Indien je gebruik maakt van diepvries plakjes bladerdeeg, haal deze dan los van elkaar en laat ze even ontdooien.

Leg ongeveer 1 eetlepel appelvulling op de helft van een stukje bladerdeeg.
Bestrijk de randen met een kleine beetje water. Vouw de twee tegenover elkaar liggende hoeken van het deeg op elkaar door één van deeghoeken over de vulling heen te vouwen. Druk de zij randen van het deeg goed aan zodat de bladerdeeg pakketjes volledig gesloten zijn.
Bestrijk de appelflappen aan één kant met losgeklopt ei en maak met het mes 2-3 gaatjes in de bovenkant van het deeg.
Leg de appelflap met de met ei bestreken kant in de suiker en druk lichtjes aan.
Leg de appelflappen op de met bakpapier beklede bakplaat.

Bak de appelflappen in ca 15-20 minuten gaar, krokant en goudbruin. Check de laatste 5 minuten van de baktijd of de appelflappen in jouw oven wat korter of langer gebakken moeten worden.
De appelflappen zijn klaar wanneer het bladerdeeg mooi bruin gebakken is en de suiker op de hoeken ietwat gekarameliseerd is.
Laat de gebakken appelflappen iets afkoelen op een taartrooster voordat je ze serveert.