• Doe de bloem, gist en zout in een grote kom en zorg ervoor dat het zout en de gist elkaar niet raken.
• Voeg de olijfolie en 240(!) ml water toe.
• Roer met je handen de ingrediënten door elkaar en voeg langzaam aan meer water toe. (waarschijnlijk heb je niet al het water nodig).
• Kneed totdat het loskomt van de kom en het een soepel, ruw deeg is.
• Doe wat olie op een schoon werkoppervlak en leg hier het deeg op.
• Kneed het 5-10 minuten (of indien nodig langer) tot het een mooi zacht deeg is.

1e rijs

• Doe het deeg in een schone, licht met olie ingevette, kom en dek af met plasticfolie.
• Laat het deeg op een warme plek rijzen tot het ongeveer verdrievoudigd is.

Vormen

• Doe het deeg, als het goed gerezen is, op een bebloemd werkoppervlak en sla het deeg door (haal de lucht eruit door erop te drukken). Doe dit totdat alle lucht eruit is en het deeg zacht is.
• Maak van het deeg een rechthoek met de lange zijde voor je.
• Vouw de zijkanten naar het midden en rol je het deeg op vanaf de lange kant (dus naar je toe of van je af).
• Zorg dat naad aan de onderkant zit, druk die voorzichtig nog wat aan.
• Vorm het brood (rol het evt nog iets uit) en leg het op een met bakpapier beklede bakplaat.

2e rijs

• Dek het af met plasticfolie en laat het 1-2 uur rijzen op kamertemperatuur of tot het in volume verdubbeld is.

Bakken

• Verwarm ondertussen de oven voor op 220 C.
• Plaats een braadslee onderin de oven, zodat je daar straks water in kunt doen om stoom te genereren.
• Besprenkel het deeg met wat water en bestrooi het met wat bloem.
• Snijd het deeg een aantal keren diagonaal in met een scherp mes.
• Plaats het brood in het midden van de oven, schenk wat kokend water in de braadslee en doe de oven snel dicht.
• Bak het brood 25 minuten. Verlaag dan de temperatuur tot 200̊ C en bak het nog 10 minuten.
• Haal het brood uit de oven en laat het op een rooster afkoelen.