Rol het croissant deeg uit tot een lap van 40 x 60 cm en snijd het doormidden in twee banen van 20 x 60 cm.

Verdeel de banen in driehoeken: Snij de onderkant van de banen om de 12 cm een klein beetje in als markering. Doe dat ook aan de bovenkant maar begin dan met een eerste markering bij 6 cm. Nu heb je de punten om er driehoeken van te maken. Snij de driehoeken eruit en maak van de twee halven die je overhoudt ook een door een beetje aan elkaar te plakken.

Rek nu een driehoek deeg iets uit, snij de brede ‘onderkant’ in het midden ca 1 cm in. Rol het deeg op, beginnend bij de brede ‘onderkant’. Trek wat aan de punt om het deeg op spanning te houden en zorg dat de punt van het deeg aan de onderkant van je croissant terecht komt.

Vorm de rest van het deeg op dezelfde wijze. Leg de croissants op een bakplaat met voldoende tussenruimte om te rijzen.

Rijzen: Laat de croissants nu rijzen tot ze ongeveer verdubbeld zijn in volume of totdat ze licht wiebelen als je de bakplaat beweegt. Hou rekening met een ijstijd van minstens 1 tot 1,5 uur.

Verwarm ondertussen de oven voor op 220C

Bak de croissants in 10-15 minuten goudbruin.