Was de linzen en laat ze uitlekken. Doe ze met de sinaasappelsap en gembersiroop in een pan en breng aan de kook. Laat ze beetgaar worden. Afhankelijk van de linzen en of je ze  geweekt hebt of niet kan dit tussen de 25min en 2 uur duren. Let op, al het vocht wordt geabsorbeerd, dus als ze langer nodig hebben moet je wellicht meer vocht toevoegen (water of meer sinaasappelsap). Het zuur vertraagt het gaar worden aanzienlijk dus proef om de gaarheid te checken en voeg desgewenst vocht toe totdat ze gaar zijn. Zet het vuur dan uit en laat afkoelen tot gebruik.

Verwarm de oven voor op 180C en vet een cake of tulbandvorm in met boter en bestuif met bloem.

Maal de walnoten in de keukenmachine fijn tot meel.

Klop de boter en suiker luchtig en voeg de eieren een voor een toe tot een romige massa.

Zeef boven dit beslag de bloem met het zout, bakpoeder en gemberpoeder. Voeg het walnotenmeel en de sinaasappelrasp toe en spatel dit alles door het beslag tot een homogeen mengsel.

Spatel de linzen door het beslag.

Doe het cakebeslag in de vorm en bak de cake in het midden van de oven in ca 60 minuten gaar en goudbruin.

Laat de cake even afkoelen in de vorm, stort dan op een rooster om volledig af te laten koelen.