Verwarm de oven voor op 200C (of 180C hetelucht). Indien je een ovensteen hebt, dan kun je die mee verwarmen. Je kunt soezen daar prima op bakken.

Zeef de bloem boven een kom.

Breng de melk met het water, zout, suiker en boter aan de kook. Doe de bloem er in 1x bij en roer alles snel doorelkaar tot een bal. Zet het vuur laag en laat het deeg al roerend garen. Dit duurt ca 5 minuten.

Doe het beslag in een kom en laat 5 minuten afkoelen. Voeg 1 ei toe en mix het deeg (met de vlinder in de staande mixer of gewoon met de handmixer) totdat het ei volledig is opgenomen. Voeg de eieren één voor één toe, maar voeg de volgende pas toe als de vorige helemaal is opgenomen. Het beslag hoort te glanzen en moet stevig genoeg zijn om op te spuiten.

Doe het beslag in een spuitzak met een kartelspuitmond en spuit op een met bakpapier beklede bakvorm 10 'worstjes' van 10 x 2 cm. Hou voldoende tussenruimte, want ze rijzen nog flink.

Bak de eclairs 15 minuten in het midden van de voorverwarmde oven. Zet de ovendeur dan op een kier en laat ze nog 10 minuten bakken totdat ze mooi stevig zijn.

Laat ze op een rooster volledig afkoelen.

Maak aan de onderkant van de eclairs twee gaatjes om ze daardoor straks te kunnen vullen.

Maak de banketbakkersroom, laat afkoelen, roer los en doe dit in een spuitzak.

Vul de eclairs met de banketbakkersroom via de gaatjes aan de onderkant.

Voor de glazuur doe je de chocolade met de boter, honing en likeur in een kom. Breng de room aan de kook en giet deze in de kom over het chocolademengsel. Laat even staan en roer dan goed door totdat je een glanzend en gladde glazuur hebt.

Bestrijk de eclairs hiermee of dip ze voor de helft in deze gesmolten chocoladeglazuur.

Bestrooi direct met de hagelslag en laat ze dan minstens 30 minuten in de koelkast opstijven.