Meng de gist met de suiker

Verwarm de melk tot handwarm en roer de gist/suiker, het ei en de gesmolten boter erdoor.

Mix goed doorelkaar en laat 5 minuten rusten totdat het licht begint te schuimen.

Meng in een andere kom de bloem met het zout.

Schenk het melkmengsel over de droge ingrediënten, meng goed doorelkaar en kneed het totdat het loslaat van de randen van de kom.

Doe het deeg op een licht met bloem bestoven werkblad en kneed het deeg nog ca 10 min met de hand tot een zacht en soepel deeg.

Bol het deeg op, doe het in een licht met olie ingevette kom en laat het afgedekt ca 1 uur rijzen totdat het in volume is verdubbeld.

Verwarm de oven voor op 190C en vorm een ronde bakvorm in. Ik gebruikte een springvorm.

Pak het deeg uit de kom, sla de lucht eruit en rol het deeg uit tot een lange rechthoekige lap.

Bestrijk de lap deeg met een dunne(!) laag banketbakkersroom en verdeel het fruit erover.

Hou rondom een rand van ca 1 cm vrij van de vulling.

Rol de deeglap nu op vanaf de lange kant, zodat je een mooie lange rol met gevuld deeg krijgt.

Snij de deeglap in de lengte door; laat de deeglap aan het begin aan elkaar zitten. (snij dus vanaf ca 1 a 2 cm).

Vlecht nu beide lappen deeg over elkaar, de rechter steeds over de linker. Er ontstaat een cirkel van brood; maak de uiteinden aan elkaar vast.

Nu het lastigste: Pak het deeg voorzichtig op (leg je handen er goed onder!) en doe het in de bakvorm.

Bestrijk met losgeklopt ei

Bak het brood in ca 30 minuten gaar en goudbruin.

Laat minimaal een half uur afkoelen voordat je het aansnijdt om te eten.