Schil de peren en verwijder de klokhuizen.

Snij de peren in kleine stukken.

Zet een pan op het vuur en giet er een klein laagje water in. Doe de perenblokjes in de pan met 3 eetlepels suiker/honing en kook de peren tot moes. Dit is afhankelijk van hoe hard de peren zijn, meestal rond de 15-25 minuten.

Roer de perenmoes daarna goed door totdat alle stukjes tot moes zijn. Eventueel kun je ze met een stampot stamper nog iets fijner tot moes maken. Wil je echt helemaal geen stukjes in je perenmoes, roer de moes dan door een zeef.

Proef de perenmoes en breng deze verder op smaak met kaneel, kruidnagel, nootmuskaat, gembersiroop en daarna de honing of suiker. De moes mag best wel wat kruidig zijn, dus voeg bv gerust wat meer nootmuskaat of gembersiroop toe. Kaneel overheerst snel, dus wees daar voorzichtig mee.

Bewaar de perenmoes in gesteriliseerde potten.